Groningen is één van de oudste cultuurlandschappen van Nederland, vol met middeleeuwse kerken, wierden, molens en dijken, archeologische vindplaatsen, statige borgen en monumentale woningen. Dit culturele erfgoed draagt bij aan de identiteit van Groningen. Het maakt Groningen uniek en herkenbaar. Nationaal Coördinator Groningen wil het karakter van Groningen behouden. Daarom besteden we bijzondere aandacht aan het onderzoeken en versterken van deze gebouwen.
Via de links hierboven kunt u meer lezen over de kaders voor het versterken van cultureel erfgoed. Wilt u meer weten over archeologie en versterken? Daar kunt u hier meer lezen. Heeft u behoefte aan ondersteuning tijdens het versterkingstraject dan kunt u terecht bij het erfgoedloket.
Bijzondere gebouwen: drie types
De manier van onderzoeken en versterken hangt af van het type bijzondere gebouw. NCG maakt onderscheid tussen de volgende bijzondere gebouwen:
Monumenten
Rijksmonumenten en provinciale of gemeentelijke monumenten. Het gehele gebouw is beschermd.
Karakteristieke gebouwen
Karakteristieke gebouwen zijn belangrijk voor de lokale cultuurhistorie. De gemeente bepaalt of een gebouw karakteristiek is. Alleen de buitenkant is beschermd.
Beeldbepalende gebouwen
Beeldbepalende gebouwen zijn belangrijk voor de ruimtelijke omgeving. Ook hier bepaalt de gemeente of een gebouw beeldbepalend is. Bijvoorbeeld de vorm van het gebouw en de positie op het erf zijn beschermd.
‘Beschermd’ betekent dat niets mag veranderen in hoe iets eruitziet. Beschermde dorps- en stadsgezichten bestempelt de gemeente vaak ook als karakteristiek of beeldbepalend. U kunt aan uw gemeente vragen of uw gebouw monumentaal, karakteristiek of beeldbepalend is. Bij het onderzoeken en versterken van bijzondere gebouwen komen onderstaande onderwerpen (deels) aan de orde.
Onderzoeken en versterken
Bij een monument of karakteristiek of beeldbepalend gebouw doen we altijd een uitgebreide opname. Dit betekent dat we de constructie van het gebouw onderzoeken. Vaak is het nodig om gaten te boren in vloeren of wanden. Of om in de tuin te graven om de fundering te zien. Soms is hiervoor een vergunning nodig. Na de opname ziet alles er weer hetzelfde uit als daarvoor. Bij de opname is een erfgoedexpert aanwezig.
Bij een rijks- of gemeentelijk monument stellen we voor de opname ook een cultuurhistorische waardestelling van het gebouw op. Dit betekent dat een cultuurhistoricus de waardevolle en historische elementen van het gebouw in kaart brengt. Bij een eventuele versterking van het gebouw houdt NCG rekening met deze gebouwonderdelen. In sommige gemeenten gebeurt dit ook bij karakteristieke en beeldbepalende gebouwen. Dan bepalen we de cultuurhistorische waarde als zeker is dat versterken nodig is.
Bij Rijksmonumenten of gemeentelijke monumenten denkt een monumentenarchitect mee met het versterkingsadvies. De eigenaar mag zelf een monumentenarchitect voordragen. De uitvoering start pas als we het eens zijn over de plannen. De plannen worden vastgelegd in een overeenkomst. Soms is het nodig om tijdens de werkzaamheden te verhuizen naar tijdelijke huisvesting. NCG regelt deze huisvesting. Het versterkingsproces van bijzondere gebouwen duurt vaak langer dan bij andere gebouwen. Dit heeft te maken met het aanvragen van vergunningen.
Bijzondere gebouwen in het aardbevingsgebied mogen niet zomaar worden gesloopt. Om dit te voorkomen, heeft NCG samen met de Groninger gemeenten, de provincie en het Rijk regels opgesteld. De regels verschillen per type gebouw.
Monumenten
Een gemeentelijk of Rijksmonument mag niet worden gesloopt. Het uitgangspunt is dat deze gebouwen moeten blijven bestaan. Slopen mag ook niet als de kosten voor versterken hoger zijn dan de waarde van het gebouw.
Karakteristieke gebouwen
Een karakteristiek gebouw mag niet zomaar worden gesloopt. Slopen en nieuw bouwen mag alleen als de kosten van de versterking hoger zijn dan 150 procent van de herbouwwaarde van het gebouw.
Beeldbepalende gebouwen
Voor beeldbepalende gebouwen is slopen en nieuw bouwen een mogelijkheid als de kosten voor versterking hoger zijn dan 100 procent van de herbouwwaarde.
Bij beschermde stads- en dorpsgezichten kan de gemeente beslissen om een vergunning niet te verlenen en sloop en nieuwbouw toch niet toe te staan.
Om te bepalen of slopen en nieuw bouwen van het gebouw aan de orde is, moeten we de herbouwwaarde van het gebouw weten. Dit is het bedrag dat nodig is om het gebouw te slopen en een vergelijkbaar en aardbevingsbestendig gebouw op dezelfde plek terug te bouwen. Een taxateur met kennis van erfgoed bepaalt gezamenlijk de herbouwwaarde van het gebouw.
Voorbeeld
Een karakteristiek gebouw heeft een herbouwwaarde van 300.000 euro. Het kost 440.000 euro om het gebouw bestand te maken tegen aardbevingen. De versterkingskosten zijn fors hoger dan de herbouwwaarde. Toch is sloop en nieuwbouw niet aan de orde. De kosten voor versterken zijn in dit voorbeeld namelijk 147 procent van de herbouwwaarde. Dat is minder dan 150 procent.
In juni 2019 heeft het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN) een Position paper monumenten uitgebracht. Met dit technische achtergronddocument kunnen constructeurs, vergunningverleners en eigenaren bij monumenten meer maatwerk leveren als zij de Nederlandse praktijkrichtlijn voor aardbevingsbestendig bouwen volgen, de NPR 9998. Op deze manier kan bij het versterken van monumenten in de provincie Groningen de cultuurhistorische waarde zo goed mogelijk behouden blijven. Nationaal Coördinator Groningen en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed leverden een inhoudelijke bijdrage aan het document en financierden het mede. Meer informatie vindt u in het Position paper monumenten.